Beschrijving
Ruim 75 jaar geleden verkreeg de Zweedse fabrikant Nydqvist och Holm AB een licentie voor het bouwen van dieselelektrische locomotieven die waren afgeleid van de succesvolle Amerikaanse standaardlocomotief F7 van General Motors-Electro-Motive Division.
In 1954 leverde dit de legendarische āBolle Neusā op, vanuit de fabriek ook bekend als Nohab AA12 en AA16. De Deense spoorwegen DSB kocht tussen 1954 en 1965 maar liefst 59 locs Litra MY en 45 lichter uitgevoerde MXāen. In Noorwegen verscheen in 1954 de eerste loc voor testdoeleinden. Twee jaar later begon de levering van de serie Di 3 aan de nationale spoorwegmaatschappij NSB die zelfs vijf oorspronkelijk voor Finland gebouwde locs in dienst nam.
Een geslaagde Europese promotietour leverde in de jaren waarin de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt was een bijzondere order op: het onder Sovjetheerschappij vallende Hongarije plaatste in 1963 een bestelling voor twintig exemplaren. Dat de āBolle Neusā een succesnummer werd, is vooral te danken aan de betrouwbare GM-EMD 567 dieselmotor, het kloppend hart van de locs die het eeuwige leven lijken te hebben. Zeventig jaar nadat het eerste exemplaar op het spoor verscheen, is nog steeds een aantal locs bij diverse particuliere spoorwegondernemingen in gebruik.
Dit boek gaat in op de historie en huidige inzet van de in Zweden gebouwde locs bij de spoorwegen van Denemarken, Noorwegen en Hongarije. De in sublicentie door AFB in Belgiƫ voor de NMBS gebouwde reeksen HLD 52, 53 en 54 en de Luxemburgse serie 1600 worden kort benoemd. Veel locs maakten na buitendienststelling bij de nationale spoorwegen omzwervingen door Scandinaviƫ en Duitsland, maar ook in Italiƫ en Kosovo kwamen ze terecht.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.